Op Prinsjesdag hebben we gehoord dat het kabinet voor het nieuwe werkjaar van plan is om de middeninkomens (tussen 20.000 en 60.000 euro per jaar) 2% meer koopkracht te bieden.
Ik vind het hartstikke terecht dat het kabinet eindelijk maatregelen treft om zoveel mogelijk mensen te laten ervaren dat het goed gaat met de economie. Wat de beweegredenen ook mogen zijn, zoals onrust en onvrede indammen of vooruitkijken naar de volgende verkiezingen. De bezuinigingsmaatregelen in het sociaal domein, de verhoging van belasting op voeding, de stijging van kosten voor gas en licht, hebben veel Nederlanders de laatste jaren hard in de portemonnee getroffen.
Voor uitkeringsgerechtigden en werknemers die minder dan 20.000 euro per jaar verdienen, had ik ook maatregelen van het kabinet verwacht. Als er één groep is die de afgelopen jaren namelijk harder is getroffen dan wie ook, dan is dat deze wel. Zij hebben vooral vaak te maken met een opeenstapeling van problemen op het gebied van werk, zorg en inkomen. En deze mensen zijn daardoor het minst in staat om op eigen kracht weer op te staan na een spreekwoordelijke val.
Onder de laagverdieners zijn mensen met een beperking inmiddels in de meerderheid. Door een gebrek aan arbeidskansen kan deze groep het minst deelnemen aan betaalde arbeid en wordt hierdoor op afstand gezet op de rest van de samenleving. Deze groep heeft bovendien de meeste last heeft van de povere dienstverlening van de overheid en alle bureaucratie. Dit is het moment om met het breed offensief en een groot begrotingsoverschot dit eens goed aan te pakken. Nooit eerder werd de problematiek van uitkeringsgerechtigden en mensen met een beperking zo duidelijk naar voren gebracht als het afgelopen jaar. Het jaar waarin de Landelijke Cliëntenraad en de coalitie met succes verzet heeft geboden tegen de plannen voor loondispensatie. Vanwege de maatschappelijke onrust die in het land ontstond door LCR, Wij Staan op!, Cedris, FNV, CNV, VCP en Ieder(in) en Noortje van Lith, trok het kabinet dit onzalige plan in. Hiermee hebben we weten te voorkomen dat mensen die financieel toch al aan de afgrond stonden verder het ravijn in werden gestort. In de nieuwe wetsvoorstellen is enige verbetering in het vooruitzicht gesteld, echter het uitgangspunt werk moet lonen is nog niet voor iedereen gerealiseerd.
Ik denk dan aan de jongeman met een Wajong-uitkering die ik sprak twee weken geleden. Hij vertelde mij hoe graag hij aanwezig had willen zijn bij de uitreiking aan de Tweede Kamer van de petitie van Noortje van Lith over de aanpassing van de Participatiewet. Hij kon niet komen omdat hij geen geld had voor een treinkaartje. Hij is uitgesloten van de arbeidsmarkt en nu ook van sociale participatie. Wat hij en alle andere mensen nodig hebben, is een kabinet dat met plannen komt om hen weer bij de hand te pakken en de weg te wijzen. Een kabinet dat met voorstellen komt waardoor zij zich gezien, gehoord en ondersteund voelen. Een kabinet dat met maatregelen komt op het gebied van werk en inkomen zodat hun kansen op werk en bestaanszekerheid worden vergroot.
Het afgelopen jaar droeg de Landelijke Cliëntenraad een aantal suggesties aan. Ik noem een paar voorbeelden zoals de inclusietoeslag, een reparatie van de eerste pijler in de algemene nabestaandenwet, de maatwerkvoorziening, jobcoaching, een verbetering van de beslagvrije voet, de invoering van een breed moratorium en verbetering van de toelating tot schuldhulpverlening. Al deze maatregelen bij elkaar vergen investering in mensen en in kansen. Het is een investering die keihard nodig is om de toenemende kloof tussen rijk en arm te dichten. Het is een investering in mensen die pech hebben in het leven of mensen die geboren zijn met een beperking waardoor ze vaak 1-0 achter staan op andere mensen.
Het kabinet erkent het probleem dat mensen aan de kant staan en dat er in Nederland sprake is van grote inkomensverschillen, maar wordt meteen weer weggepoetst door een vergelijking te maken met andere landen. Het kabinet trekt op basis van die vergelijking de conclusie dat het in Nederland minder erg is dan elders. Dat is mooi voor de statistieken, maar wat schieten de werkende arme die naar de voedselbank moet voor eten, de dakloze jongere met schulden, de jongedame met een aangeboren spierziekte die zich een slag in de rondte solliciteert en de jongen met een Wajonguitkering die geen treinkaartje kan betalen, hiermee op? Helemaal niets!
Ik ga samen met de raad, de aangesloten maatschappelijke organisaties, cliëntenraden en onze partners in het land door met het benoemen van de rauwe werkelijkheid. We zullen ons altijd constructief opstellen en suggesties blijven doen om van de rauwe werkelijkheid een kansrijke werkelijkheid te maken. Daarbij hebben wij alle steun keihard nodig. Alle voorbeelden en verhalen doen ertoe en helpen hierbij. Daarom doe ik dan ook de oproep: bent u of kent u iemand die aan de afgrond staat en niet of onvoldoende op weg wordt geholpen? Laat het ons weten! Of andersom: stond u aan de afgrond en werd u wél goed geholpen? Ook dan hoor ik het graag, want met die positieve ervaringen kunnen we anderen inspireren en vooruit helpen.
Amma Asante
LCR-voorzitter
Wij plaatsen regelmatig berichten op onze website. Die delen we graag! Wil je op de hoogte blijven van wat er speelt binnen de LCR en de onderwerpen waarmee wij ons bezighouden? Schrijf je dan in voor onze nieuwsdienst.