Gisteren heeft de Commissie sociaal minimum, waarin wij als LCR ook waren vertegenwoordigd, haar tweede rapport ‘Een zeker bestaan’ gepresenteerd. Mensen zouden niet afhankelijk mogen zijn van wisselende steun van gemeenten en onvoorspelbare regelingen zoals de toeslagen. Zij hebben een toereikend en tijdig inkomen nodig waar zij van op aan kunnen. Een inkomen dat toekomstbestendig is. In de middag bespraken we met de Vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken de knelpunten in de uitvoering.
SVB en UWV brachten elk hun eigen knelpunten naar voren. Ik mocht met Henk Veerman van de Centrale Cliëntenraad UWV en Chris Driessen van de Klantenadviesraad SVB de knelpunten toelichten die wij namens burgers aan kamerleden hebben aangeboden.
Mensen delen met ons de uitzichtloosheid en stress die zij dagelijks hebben. Ze zijn niet zeker van hun inkomen. Ze voelen zich financieel en emotioneel niet veilig. Door de wijze waarop zij bejegend worden, door de elkaar tegenwerkende, onduidelijke regels waar zij niets van begrijpen en waardoor zij bang zijn om fouten te maken. Zij zakken steeds verder weg in de armoede. Bij de presentatie van het rapport ‘Een zeker bestaan‘, verwoordde een van de aanwezigen dat op een treffende manier. ‘We worden niet meer als mens, als individu gezien. Dat is dehumaniserend en dat raakt je in de kern. Ook als je werk hebt gevonden en net kunt rondkomen, blijft dat bij je’.
In onze knelpuntenbrief hebben we voorbeelden met u gedeeld waar mensen mee te maken hebben en die tot grote problemen leiden. Vandaag wil ik inzoomen op een paar uitgangspunten. Vanuit onze analyse zijn de volgende uitgangspunten van belang voor uw werk als kamerlid.
* Afstemmen van begrippen zoals inkomen. Vaak hebben mensen met een uitkering meerdere inkomensbronnen. Dus ook vanuit werk of toeslagen. Wij noemen dit hybride inkomens. Bij een kleine verandering van inkomsten hebben mensen met verschillende instanties te maken. Dit leidt tot bestaansONzekerheid. Bij elke verandering van inkomsten, wordt de onzekerheid vergroot vanwege de complexiteit van het stelsel. Mede doordat de uitkeringsinstantie per maand werkt en de belastingdienst per jaar.
* Re-integratievoorzieningen zijn opgedeeld naar verschillende wetten: Participatiewet, WIA, WW, terwijl mensen soms van meerdere wetten tegelijk of periodiek afhankelijk zijn. Uitgangspunt bij een reintegratie-voorziening: niet de UITKERING zou leidend moeten zijn maar wat een PERSOON nodig heeft.
* Een structurele beperking zou een structurele voorziening moeten bieden. Immers een structurele beperking is niet tijdelijk, dus de ondersteuningsvraag ook niet. Iemand die chronisch ziek is, wordt niet opeens beter. Een persoon met spierziekte heeft die spierziekte voor het leven.
* Een dimensie van bestaanszekerheid is bestaansveiligheid. Dat betekent dat iedere burger in onze samenleving kan meedoen ongeacht de inkomenssituatie. Wij vinden dat burgers te veel financiële en maatschappelijke risico’s lopen (uitsluiting, niet meedoen, schulden) vanwege de complexiteit van het sociaal stelsel.
* De complexiteit mag dus niet op het bordje van de burgers liggen. Een systeem kan ingewikkeld zijn. Maar de burger mag daar geen last van hebben. Daarom pleiten wij voor meer toleranties in het systeem. Dat betekent dat niet iedere euro wordt teruggehaald die het gevolg is van een ongewikkeld stelsel. Wij stellen voor om daarvoor een bedrag te reserveren dat gelijk is aan de uitstroompremie in de bijstand: 1800 euro. Dit noemen wij dan de Burgercompensatie voor ingewikkelde regels. En als de overheid het minder complex maakt dan hoeft er ook minder premie te worden betaald. Nu zijn deze kosten alleen voor de burger.
We zien wat dat teweeg heeft gebracht. We moeten ons nu echt richten op ‘een zeker bestaan’.
Fatma Koşer Kaya
Voorzitter LCR
Wij plaatsen regelmatig berichten op onze website. Die delen we graag! Wil je op de hoogte blijven van wat er speelt binnen de LCR en de onderwerpen waarmee wij ons bezighouden? Schrijf je dan in voor onze nieuwsdienst.