‘De Participatiewet moet een vangnet bieden en een bijdrage leveren aan bestaanszekerheid. We moeten stoppen met knellende regeltjes of je wel of niet een tas boodschappen per week van je moeder mag ontvangen’, dat zegt LCR-voorzitter Amma Asante als reactie op de uitspraak vanochtend in hoger beroep van de zaak in Wijdemeren.
‘De vrouw hoeft weliswaar minder terug te betalen dan de gemeente had geoordeeld. Maar dan nog: het idee van de uitspraak is dat ze minder uitgaven had. Dát is de structurele denkfout in de bijstand. Op het moment dat je in de bijstand belandt, heb je niet morgen een woning met een lage huur waarvoor je een huurtoeslag kunt krijgen. Je hebt je niet automatisch ontdaan van hoge kosten. Dan heb je sommige mensen die gelukkig niet in de schulden komen omdat familie naar hen omkijkt. In deze samenleving moet iedereen naar elkaar omkijken zodat de overheid zo min mogelijk mensen hoeft te ondersteunen. Onderlinge solidariteit is een fundament!’
Het feit dat de reactie van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op de affaire was dat boodschappen gezien moeten worden als gift, veegde de rechter van tafel. Daarvoor moet eerst de wet worden aangepast. ‘Technisch gezien heeft de rechter gelijk. In een toelichting bij de uitspraak legt de rechter uitvoerig uit wat nu precies onder een gift valt. Dus ontvang je een gift van de Voedselbank? Geen probleem. Krijg je een tientje, waarmee je boodschappen koopt? Onder voorwaarden toegestaan. Ontvang je een tas boodschappen? Een terugvordering van ruim 2800 euro. Voor de burger is dit gewoon niet te volgen’, zegt Asante. ‘Nergens in de wet staat dat je boodschappen moet melden. Alleen dat je het moet melden als je kosten voor levensonderhoud lager zijn. Enig idee hoe mensen van een bijstandsuitkering moeten leven? Je probeert de eindjes aan elkaar te knopen. Huur betalen, vaste lasten, enzovoorts. Dat zijn maandelijks echte kosten.’
Ze is er duidelijk in: fraude moet worden bestraft. ‘Maar als je gaat kijken naar de verordeningen van gemeenten dan nemen gemeenten met veel bombarie handhaving, fraude en boetes op en staat er bijzonder weinig over begeleiding en coaching van mensen. Bijstandsgerechtigden hebben heel veel plichten en bijzonder weinig rechten.’
Asante noemt het goed dat de rechter wél oog had voor de handelswijze van de gemeente. ‘De gemeente heeft vaker gebrekkige besluiten genomen’, zei de rechter. Asante: ‘Dat geeft mij te denken. De vrouw was zich van geen kwaad bewust en heeft ook meegewerkt aan alle vragen over de boodschappen. Ze heeft niets achtergehouden. Daar was – als je dan iets wilt doen - een waarschuwing op zijn plaats geweest.’
De vrouw in deze zaak voerde aan dat het krom is dat boodschappen die van de Voedselbank komen, wel mogen, maar boodschappen van ouders niet. De rechter oordeelde dat dit twee verschillende zaken zijn. Meest opmerkelijke uitspraak van de rechter ‘De voedselbank is een tijdelijke voorziening’. Amma Asante: ‘Tijdelijk? Ik ken mensen die echt al járen moeten terugvallen op de voedselbank. Vergis je niet: dat is geen voorziening die de overheid betaalt als je te weinig geld hebt. Dat is niet meer of minder dan een liefdadigheidsinstelling, ook al doen ze goed werk. En daar leunt het beleid dus op.’
Wij plaatsen regelmatig berichten op onze website. Die delen we graag! Wil je op de hoogte blijven van wat er speelt binnen de LCR en de onderwerpen waarmee wij ons bezighouden? Schrijf je dan in voor onze nieuwsdienst.